Terwijl we van het ene verlaten pleintje dat gedomineerd wordt door wipkippen naar het andere fietsten, vroeg een van de begeleiders aan mij: Waarom wilde je nou ook alweer je ontwerpend onderzoek in deze wijk uitvoeren? We moesten oversteken en de gelegenheid om te antwoorden ging voorbij. Vandaag de dag zou ik deze vraag alsnog willen beantwoorden door de foto op het voorblad van mijn onderzoek te tonen. Het was vooral de sub-urbane context van de Rotterdamse bloemkoolwijk Zevenkamp dat mij, los van al het wipkippengeweld, de schoonheid van de wijk in liet zien.

Uit het besef van de potentie om de wijk met zijn context te verbinden en de nieuwsgierigheid naar de denkwijze achter de ogenschijnlijke onlogische ruimtelijke structuur is dit ontwerpend onderzoek dan ook voortgekomen. Naar mate het onderzoek vorderde, groeide mijn waardering voor de oorspronkelijke ruimtelijk opzet, die mede was bepaald door hetzelfde bewustzijn van de mogelijkheden van de sub-urbane context. Het uiteindelijke ontwerp kan worden gezien als een herinterpretatie van de oorspronkelijke doelstellingen.

Bloemkoolwijken worden geteisterd door signalementen van verloedering en staan al enkele jaren op de agenda voor de volgende stedelijke vernieuwingsopgave. Door de economische recessie hebben vooral kleinschalige ingrepen hun uitwerking gevonden, terwijl oorspronkelijk in de vernieuwingsopgave een hoofdrol was weggelegd voor het groen blauwe raamwerk. In dit ontwerpend onderzoek staat dan ook opnieuw de groene hoofdstructuur centraal, om zo het geliefde sub-urbane karakter van de wijken te versterken.

Het ontwerpend onderzoek is uitgevoerd in de Rotterdamse bloemkoolwijk Zevenkamp. Hoewel de wijk eens is ontworpen om het sub-urbane alternatief te bieden aan Rotterdammers, die zich in de randgemeentes wilden bevestigen, wordt vandaag de dag in twijfel getrokken of de wijk deze doelstelling nog haalt. De ontworpen groene as, die de sub-urbane context tot diep in de wijk voelbaar moest maken, is uiteen gevallen door het ontbreken van samenhang in de ruimtelijke uitwerking van verschillende ontwerpbeslissingen.

Op basis van een strategie afgeleid uit de ruimtelijke toolboxen voor stedelijke vernieuwing van bloemkoolwijken, die ontwikkeld zijn door Hosper, M3H & GIDZ (2011) en Peppelenbosch (2011), wordt de groene as hersteld door het slechten van barrières en door het verduidelijken van verbindingen. Hierbij wordt ingezet op de mogelijke synergie tussen de architectonische objecten en hun ondergrond, om te voorkomen dat de as als louter stoffering wordt gezien. Naast de toolboxen wordt dan ook gebruik gemaakt van de lawn, een ontwerpinstrument van de Italiaanse architect Monestiroli, dat uitgaat van de relatie tussen de architectonische objecten en hun onderlegger.

Deze aanpak heeft uiteindelijk geleid tot een ontwerp waarin de groene as is hersteld, maar tegelijkertijd ook tot een ontwerp dat verschillende elementen als infrastructurele verbindingen, architectonische objecten en parkinrichting kan herbergen. Het ontwerp en de werkwijze kunnen als een voorbeeld worden gezien voor het versterken van de continuïteit van hoofdgroenstructuur in bloemkoolwijken.